vrijdag 28 mei 2010

Kijken naar verschillen

Deze week hadden kregen we 3 visies hoe je in een natie kan kijken. Je kan zowel horizontaal als verticaal als diagonaal kijken. Elke manier van kijken is belangrijk. Kijk je bijvoorbeeld horizontaal dan zul je verschillen herkennen. Waarom zijn wij Nederlanders zo gek van oranje en anderen niet. Waarom worden wij wereldkampioen en anderen niet? Ik draaf nu een beetje door, maar bij deze horizontale kijk, kijk je dus waarin je verschilt met een andere natie. In mijn optiek een redelijk pessimistische kijk. Omdat Nederlanders nogal kritisch kijken, en de mens van nature geneigd is om naar alleen negatieve verschillen te kijken.

Kijk je naar de verticale lijn, dan speelt traditie een heel belangrijke rol. Want wie eet er nu geen oliebollen met oud en nieuw. Je kijkt dus naar alle positieve tradities vanuit de samenleving. In mijn ogen een stuk beter dan een horizontale kijk.

Kijk je diagonaal dan zegt dat, dat je behoefte hebt aan een eigen taal en overheid. De burger mag niet vreemd zijn. Belangrijke speerpunten hier zijn golbalisering, Europa en een multi-culturele samenleving. Lastig zou je zeggen, en toch gebeurt het wel automatisch bij de mens en zal het van elke kijk wat mee nemen denk ik.

Bijvoorbeeld. ''Hey, in Duitsland dragen ze lederhosen, wij dragen oranje kleding. Wij hebben de kleur oranje die ik heel mooi vind, alleen versta ik mijn buurman niet als hij Fries spreekt.''

En voor alle mensen die dit nogal letterlijk opvatten. Ik ben niet oranjegezind hoor, en die horizontale, verticale en diagonale kijk hebben niets met Hans Anders te maken!

Lullen over burgerschap deel 3

Samenvatting Burgerschap Week 19 Europees burgerschap

Lisa begon de discussie en had de volgende argumenten:

Lisa vind dat Europees burgerschap wel mogelijk is, maar er zijn nog problemen doordat er bijvoorbeeld in een paspoort staat dat je Nederlander bent in plaat van Europeaan.
In Nederland voelt nog niemand zich echt Europees burger, terwijl dat in een land zoals
Roemenië wel kan, je ziet daar vaker de Europese vlag, en logo. En wanneer we er maar genoeg aan willen werken en er in geloven kunnen we op termijn Europeaan voelen, net als dat we van de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden naar het Koninkrijk der Nederlanden zijn gegaan.

Koen knipte daarop de stelling in tweeën , hij keek eerst of dit mogelijk is. Hij vind van wel,
En dit moet gebeuren door actief campagne te voeren voor Europees burgerschap. Wanneer dit vol wordt gehouden, zal de volgende generatie EU-burgers zich meer Europeaan voelen.

Daarnaast vroeg hij zich af of dit wenselijk is, hij denkt dat dit wel voor het bedrijfsleven zo is. Dat komt doordat bedrijven er meer geld mee kunnen verdienen, en dit is natuurlijk altijd positief. Maar het zal qua authenticiteit en identiteit niet wenselijk zijn.

Dennis was het eens met Koen. We voelen ons al meer verbonden dan vroeger, dit komt doordat we nu de Euro hebben, en ook zijn veel Europese regels actief in versschillende EU-landen. Als Europa wil meetellen in de wereld moeten we wel meer samenwerken, dit komt ook doordat we tussen grootmachten als de VS en China inzitten. Maar dit wordt nog tegengehouden door een nationalistisch gevoel zoals bij het WK. In de Nederland vinden we Europa goed zolang het voordelig is, maar komt er gezeur dat zijn we tegen.

Sander vond dat als we bij Europa willen horen, we tekenen voor de voor, en nadelen van een Europese Unie. Het is natuurlijk handig dat we dezelfde munt hebben, en de grens overgaan zonder gedoe is ook makkelijk. Maar het kan ook misgaan zoals bij Griekenland. Hij ziet zichzelf nog niet als Europeaan, en vind dat de Eu zich eerst nog moet bewijzen, zeker met de crisistijd van tegenwoordig.

Ook Lisa vond dat we te weinig horen als het goed gaat, maar we proberen weg te lopen als we bijvoorbeeld Griekenland moeten helpen. Als iedereen helpt zal het beter gaan. Mensen uit het westen voelen zich niet verbonden doordat de inkomensverschillen met bijvoorbeeld Oost-Europa te groot zijn. Maar als Europa wil slagen moeten we elkaar helpen.

Koen vond dat er bijvoorbeeld zo veel Economische voordelen zijn dat de Eu moet blijven bestaan. Dan zal een Sociaal en Economisch gebonden Europa gewenst zijn. Als Nederlander zul je jezelf meer Europeaan voelen als je samen met een Japanner en Amerikaan bent. Maar minimaal 75% van de mensen moet zich echt Europeaan voelen voordat dit geloofwaardig is.

Volgens Sander botsen we als Nederlanders, Fransen en Duitsers nog te veel en zijn de vershillen nog te groot om Europeaan te worden. Europa moet zich eerst gaan bewijzen willen we erbij horen.

donderdag 20 mei 2010

Onderwijs en burgerschap

Deze week een thema wat in het geschiedenisonderwijs naar voren komt, oftewel burgerschap in je les. Burgerschap een fenomeen waar ook in het onderwijs nog steeds verwarring over bestaat. Ik denk dat dit wel zal blijven als scholen hun vrijheid mogen behouden over de invulling van dit thema. Elke school zal het weer op zijn eigen manier invullen en dat zal niet leiden tot een algemene concretisering van het begrip burgerschap. Maar is deze algemene concretisering wel nodig?

Hierin speelt de overheid ook wel een rol. Wil men burgerschap vormgeven, leerlingen ''opleiden'' tot participerende burgers, dan zal er wel een plan van aanpak moeten komen denk ik. Toch ben ik dan wel weer voorstander van een eigen identiteit en authenciteit. Ik denk dat je burgerschap ook niet moet concretiseren in de zin van een algemene invulling in het vak geschiedenis. Maar er moet een algemene lijn komen van het integreren van burgerschap in het onderwijs over alle vakken. Een heldere en structurele omschrijving vanuit de overheid zal hierbij handig zijn, zodat elke vakdocent weet hoe er mee om te gaan. Hoe het in de les naar voren te laten komen is dan aan de leraar zelf.

Dan nog weer even terug naar de ''Europese burger''. Ik zet het niet voor niets tussen aanhalingstekens, omdat ik het een utopie vind. Maar is het niet zo dat men ook een Europese burger kan zijn met je eigen tradities, normen en waarden. Ik denk het niet. Maar is dit burgerschap dan wel zo nodig. Naar mijn mening is de Europese Unie een geschikt economisch model. Maar om het echt sociaal te intgreren lijkt me lastig. Vergeet niet dat het me leuk lijkt om in de kroeg te zitten en een biertje te drinken met een Duitser, Fransman, Pool, Griek en een Est, maar deze natnekken zullen niet gezamenlijk zeggen dat ze zich Europese burgers voelen. En volgens mij is dat ook heel saai. Juist de verschillen van mensen en hun idee van burgerschap maakt juist zo een samenzijn leuk.

vrijdag 14 mei 2010

Volkssoevereiniteit in vroeg moderne tijden

Het 3e college alweer, de stappen die we in de tijd maken gaan toch al weer aardig snel. En burgerschap gaat van een cirkel tot een driehoek tot een vierkant. Leuk om te zien hoe burgerschap zo van vorm kan veranderen. De periode die we deze college hebben gehad zet het volk centraal neer. En dit is niet zomaar een ontwikkeling, hier hebben een aantal wijsheren goed over na zitten denken bij een heerlijk smeulend haardvuur. Een daarvan kwam uit Engeland, meneer Locke. Als je gedachtegoed de basis is voor de declaration of independence heb je toch blijkbaar zeer goede ideeen voortgebracht. Toch komen de grootsten uit Frankrijk. Geen toeval lijkt me, aangezien ze daar een koning met een maillot op de troon hebben gehad, daar ga je toch wel over nadenken. De hersens van meneer Rousseau begonnen te ratelen en zijn idee van volkssoevereiniteit was revolutionair en zeer gewild. Polen was zeer instabiel in die tijd en vroeg zelfs hulp van meneer Rousseau. Ik ben ook blij dat de landen in Europa inzagen dat het volk meer macht zou moeten krijgen en dat het absolutisme meer ingedamd zou moeten worden. Het volk moest de Derde stand worden vond meneer Sieyes, voor mijn part promoveren ze nog een stand hoger. Deze drie heren die ik hier genoemd heb hebben dus een zeer belangrijke bijdrage geleverd aan het concept van burgerschap. Ik vind het niet zo raar dat ze vertrouwen hebben in de burgers van een natie, het is tenminste de basis van een natie. Zonder burgers heb je geen natie. Burgers heb je nodig. Om af te sluiten met een citaat uit de declaration of independence wat ik een hele mooie zin vind: ''We, the people"

woensdag 12 mei 2010

Lullen over burgerschap deel 2

Samenvatting week discussie 17

De vraag: Wie heeft de grootste bijdrage geleverd aan het concept van burgerschap: John Locke, Jan Jacques Rousseau of Emmanuel Sieyes (of misschien een andere tijdgenoot)?

John Locke:

Zijn staatsinvulling lijkt het meeste op wat we tegenwoordig kennen. Kijk naar de declaration of independence in de USA. Locke's invulling van een staat is dat mensen vrijwillig een gedeelte van hun vrijheid en natuurrecht afstaan aan een overkoepelende regering, die echter ook weer afgezet mag worden indien hij/zij/zij zich niet houdt aan de regels en wat afgesproken is. We kiezen vrijwillig een regering die ons regels en wetten geeft waar we ons aan moeten houden om de samenleving een beetje in toom te houden. Maar zijn wij het niet eens met wat de regering doet, kunnen wij protesteren en opnieuw zorgen voor verkiezingen. Naast dit heeft Locke ook een idee over burgers, burgers hebben in zijn filosofie vooral rechten, de staat is er om de burger te beschermen. Daarnaast heeft de burger echter ook plichten en dat is zich houden aan de wet. Het systeem als hij opschrijft heeft gewoon veel weg van de democratie zoals we dat nu kennen, in USA, GB en West-Europa.
Je kan ook stellen dat de Fransen er duidelijk over na gingen denken, in hun welgenoemde salons zullen ze er het vaak over hebben gehad. Des te knapper is het van Locke om in het chaotische Engeland zulke voortvarende ideeën te ontwikkelen, petje af.
Toch mag je dan niet vergeten dat een van de grootste naties ter wereld zijn verklaring van onafhankelijkheid gebaseerd heeft op de ideeen van Locke. Als je het over tastbare bijdrages hebt is dit natuurlijk voorbeeld nummer 1.

Jan Jacques Rousseau:
Is het niet zo dat een van grootste revolutie in Europa ontstaan is uit het gedachtegoed van Rousseau. Zijn vrijheid, gelijkheid en broederschap heeft toch de Franse revolutie ontketend, wat niet alleen in Frankrijk bleef maar zich in heel Europa zijn facetten heeft uitgezet. Weg met de monarchie en onderdrukking. Het volk is soeverein en zal zich bewegen vanuit het Algemene wil. Dit effect zie je vandaag de dag nog in alle republieken in Europa die destijds zijn ontstaan. Natuurlijk in een andere context maar zeker merkbaar. Kijk bijvoorbeeld naar Polen, zeer instabiel in die tijd, geadviseerd door Rousseau, zijn invloed was ongekend. Door zijn gedachtegoed ontstond er voor het eerst in Frankrijk een gevoel van nationale identiteit en het patriottisme ontstond.
Zijn sociaal contract (Du Contrat Social ou Principes du droit Politique (1762) ) was het boek dat naar mijn mening de meeste invloed heeft gehad op burgerschap. In dit contract werd voor het eerst het idee dat de macht is uitgeleend aan de vorst beschreven. Daarvoor werd gedacht dat de macht van de vorst door God was gegeven. Rousseau vond dat de samenleving een samenwerking was op basis van een contract. Het volk heeft de macht. Als we de volgende definitie van burgerschap aanhouden:Toestand van de burger, van het individu. (Staat van de burger, met rechten en plichten). Dan vind ik het feit dat de macht aan de vorst wordt uitgeleend duidelijk invloed hebben op het burgerschap. Aangezien de rechten en plichten van de vorst en de burger hierdoor enorm veranderen.

Emmanuel Sieyès:
Zijn uiteenzetting over de Derde Stand is een mooi concept. Sieyès wil dat het algehele goed wordt gediend. Er moet geen samenleving zijn waarin de overheid eigendom is van een aparte klasse, zoals de adel. Zo'n klasse is eerder een last van de Derde Stand dan iets waar het gemak van heeft. Sterker nog ze zijn een groep buitenstaanders. Het gaat om het volk, die moet het land onder controle krijgen. Alles moet gelijk worden getrokken. Iedereen moet dezelfde rechten krijgen en er mag geen regering boven staan die meer macht heeft. De Derde Stand krijgt hierdoor vrijheid en de mogelijkheid tot een bloeiende samenleving. Sieyès geeft hierbij wel aan dat iedereen zich voor de staat in moet zetten. Hij zet daarbij een echt wij-gevoel neer, waarbij elk individu een taak heeft voor het gezamenlijk goed. De schouders eronder met zijn allen dan zijn we verzekerd van een goed werkende samenleving.

Montesquieu:
Per slot van rekening is heeft hij de grootste invloed gehad in onze staat van tegenwoordig. Zijn Trias politica is toch de grootste richtlijn waaronder wij tegenwoordig leven. Scheiding van de machten heeft in de westerse landen zijn vruchten afgeworpen. Doorgaans hebben de westerse landen weinig reden tot klagen. Het volk heeft een dikke vinger in de pap (zelfs Sieyès zou er volgens mij wel mee kunnen leven) en daarbij de macht om voor een andere regering te kiezen als ze vinden dat de huidige het slecht doet. Om land te zijn hebben we ook nog eens een grondwet waaraan iedereen zich dient te houden, dus we worden doorgaans ook gelijk behandeld. De drie machten houden elkaar goed in balans en er bestaat daarbij ook geen kans dat één van de drie machtiger wordt dan de andere twee.

Conclusie:
Eigenlijk is het een combinatie. Locke heeft een basis gelegd voor de regering, hoe moet een regering eruit zien. Rousseau kwam met zijn algemene wil, dat alle leden van het volk hetzelfde moeten willen anders werkt het niet. En Sieyes kwam daarbij dat de derde stand het volk is en het dus voor het zeggen heeft. Een combi van deze drie zie je nu terug in onze tijd. Als je bijvoorbeeld kijkt naar Nederland zie je dat hier het volk (de derde stand om het zo maar te noemen (SIEYES)) veel te zeggen heeft, daarnaast kiezen wij vrijwillig een regering die wij de macht geven en we geven een stukje van onze eigen macht af (LOCKE) en die regering moet proberen om het volk tevreden te houden door de algemene wil, zoals wij willen bijvoorbeeld geen criminaliteit of een slechte economie, te handhaven (ROUSSEAU). Daarnaast heeft Montesquieue inderdaad ook een grote bijdrage geleverd door het praktisch in te delen. Verdeel de macht dan komt het volk beter tot zijn recht en heeft de regering minder kans om zich te gedragen als een absolute macht omdat zijniet alle macht meer in handen hebben. En ook dit systeem zie je terug in onze tijd, zowel in Nederland als in de EU, de VS enz. De verschillende 'instanties' beoordelen elkaar en houden elkaar in de gaten, zoals het zou moeten. Daarnaast moeten zij luisteren naar de stem (algemene wil) van het volk.

vrijdag 7 mei 2010

Romeinse Burgerschap en de Middeleeuwen

Dat je altijd een paspoort bij je moet hebben als je naar een andere land gaat is deze tijd vanzelfsprekend. Bij dit pasje horen rechten en plichten. Ze hadden in het Romeinse rijk ook een pasjessysteem, en nee je kan er geen gratis boodschappen mee sparen. Dit pasje hield in dat je een ''Romeins Burger'' was. Blond haar, zwart haar, blauwe ogen, groene ogen, blank of donker, het maakte niet uit, had je een pasje dan was je gewoon eem Romeinse Burger. Leuk concept, ja, maar dit pasjessysteem zal het gevoel voor burgerschap naar mijn mening niet bevordert hebben. Je had het pasje om minder belasting te betalen, en misschien mocht je met andere ''burgers'' handelen. Maar deed het wat met jou als staat van een burger?

In de Middeleeuwen zie je dat het soms met recht de ''Dark ages" werd genoemd. De overkoepelende organisatie, de kerk, bleef overeind. Maar het Christendom en burgerschap hadden weinig verband met elkaar. DE MENS IS VAN NATURE SLECHT EN CORRUPT. Tja, zo dachten ze over de mens in die tijd. Toch zijn er wel lichtpuntjes in deze donkere tijden. Zo ontwikkelde de staat zich steeds verder en zo ook de macht van de vorst en de relatie tussen vorst en onderdaan. In de 11e en 12e eeuw ontstond er Europese versnippering en onderlingen verhoudingen. Men kreeg het dus toch nog wel in de gaten. Volgende week gaan we kijken hoe dit vorm heeft gekregen door een aantal belangrijke veranderingen te bekijken. Deze tijd hierna werd ook wel de Age of Revolutions genoemd. ZOu zo een film voor een Hollywoodfilm kunnen zijn.

Lullen over burgerschap deel 1

Samenvatting week 16
We hebben in de week van 19 april twee discussies moeten voeren die gingen over het onderwerp die we in het college behandeld hadden. De eerste discussie ging over het Romeins burgerschap en verliep goed. De tweede ging over het nut van een overkoepelende instellingen. Deze verliep iets verdiepender dan de eerste stelling.



Discussie I: Kan Romeins burgerschap al dan niet voor onze tijd een bruikbaar concept zijn?
Lisa had als eerst een bericht geplaatst waarin naar voren kwam dat ze het met de stelling eens was. Kort gezegd kwam het er op neer dat Romeins burgerschap al tekenen vertoont in deze tijd, zoals in Nederland het regeringssysteem. Zoals in de Romeinse tijd de Volksvergadering zo hebben we de Tweede kamer. En een pasje zoals ze dat kenden in de Romeinse tijd is ook wel goed, want zo kan iedereen zijn ‘eigen’ gang blijven gaan maar toch aan bepaald rechten en plichten moeten voldoen. Koen ging hier tegenin en vind dat het Romeins burgerschap niet goed bruikbaar is voor deze tijd, omdat je in het Romeins burgerschap toch een groot verschil zag tussen de Patriciers en de Plebejers. De Patriciers hadden voorrechten en konden zich meer permitteren, zij trokken zich dan ook niet veel aan van de Volksvergadering van de Plebejers. Wat betreft het pasje zegt Koen dat dat er al is. Kijk naar het EU paspoort en/of ID-kaart. Dit is vergelijkbaar met het Romeinse pasje. Sander is het eens met Koen wat betreft het Romeins burgerschap, Patriciers en Plebejers gaat niet samen. Een pasjessysteem hebben ze in Nederland ook, maar om het pasje te bemachtigen moet je eerste een examen af leggen. Lisa reageert hier weer op door met tegenargumenten te komen wat betreft het pasje. EU-burgers hebben inderdaad een EU-paspoort of ID-kaart, maar dit geeft je in een andere land nog niet precies dezelfde rechten. Vaak moet je de taal kunnen spreken, je moet gedragen als.. enzovoort. Zo werkt het ook met het Nederlandse pasje, heel veel dingen klinken mooi op papier maar in de praktijk werkt het toch vaak anders..En wat betreft de Patriciers en de Plebejers. Ja de Plebejers hadden inderdaad minder zeggenschap, maar dat is onze democratisch systeem net zo. Als jij stemt op een partij die niet in het kabinet komt, heb jij ook weinig zeggenschap. Ook Dennis reageert op de inbreng van Koen en Sander, hij is het eens met Koen wat betreft het Romeins burgerschap invoeren in deze tijd. Het verschil tussen Patriciers en Plebejers doet hem denken aan de tijd in Nederland rond 1848 met het censuskiesrecht. Het pasjessysteem lijkt hem achterhaald want iedereen heeft toch een paspoort/ID-kaart waar bepaalde rechten en plichten aan verbonden zijn. Dit is genoeg voor deze samenleving. Verder reageert Dennis ook op de laatste inbreng van Lisa. Hij zegt dat de regels omtrent immigranten uit voorzorg zijn en dat Nederlanders niet de dupe moeten worden van mensen die hier toevallig alleen maar beter willen verdienen dan in eigen land. Uiteraard zijn er ook mensen met goede bedoelingen stelt hij. Wat betreft de verkiezingen is hij het met Lisa eens, alleen hij zegt dat onze democratie nu eenmaal zo werkt en dat mensen die op kleinere partijen weten dat ze een kleine kans van ‘slagen’ hebben.
Koen komt terug op een eerder ingenomen stelling wat betreft het pasjessysteem. Hij zegt nu dat het pasjessysteem inderdaad uitkomst brengt als je iedereen gelijk wil behandelen. Vooral in tijden als de Verzuiling is dit erg belangrijk. Voor de Romeinen lag dit echter anders, zij gebruikten het alleen maar om er zelf beter van te worden, bijv meer mensen in het leger. Als laatste reageert Sander nog een keer met een korte conclusie van zijn eigen standpunt. Hij vindt uiteindelijk het Romeins burgerschap geen goed concept voor deze tijd, omdat de doelen die de Romeinen hadden met een pasje anders waren als wij dat tegenwoordig hebben.

Discussie II: Is een overkoepelend instelling, staat of (al)machtig persoon nodig om de maatschappij te behoeden voor moordende menselijke concurrentie en chaos, aan het begin van de 21ste eeuw (of was dat alleen noodzakelijk in eerder periode van de geschiedenis)?
Deze discussielijn wordt begonnen door Koen, hij stelt dat een overkoepelende instelling/macht niet heeft gewerkt in de Middeleeuwen omdat iedereen nog met elkaar concurreerde en elkaar zelfs vermoordde. In de 21e eeuw zou dit net zo werken, een overkoepelende instellingen zou mensen niet 100% in de hand kunnen houden. Lisa reageert hierop door te stellen dat het in de Middeleeuwen inderdaad neit altijd lekker liep. Maar mensen willen van nature de sterkste zijn, zoals Hobbes beschrijft. Dan heb je een overkoepelende macht nodig. Het ligt echter wel aan de overkoepelende macht. Het systeem zoals in Nederland werkt goed genoeg, als je echter een Kerk oid aan de macht zet zou het heel anders werken. Dan komt er misschien meer discriminatie voor (zoals in de Middeleeuwen). Mensen hebben sturing nodig. Dennis reageert ook op de stelling, hij doet dat door te stellen dat een volk/samenleving altijd een overkoepelend iets nodig heeft om alles in goede banen te leiden. Anders wordt het chaos zoals je dat kunt zien in de geschiedenis en de tegenwoordige ‘democratie’ in Afghanistan. In onze democratie mag het volk gelukkig kiezen wie er regeerd, lukt het deze mensen niet dat komen er weer nieuwe verkiezingen. De overkoepelende macht heeft als nut om alles in goede banen te leiden. Ook Sander is het eens met de stelling maar het ligt wel aan de overkoepelende macht. Een democratie is op dit moment het beste systeem waarin we kunnen leven. Het volk moet daarom ook kiezen wie het land gaat ‘leiden’. Dennis reageert hier weer op door te zeggen dat het niet aan de periode ligt of de overkoepelende macht wel of niet goed is. Ook in de Middeleeuwen kon je het geluk hebben door een goede koning te treffen die het beste met zijn land voor had. En ook nu kan je een regeringsleider treffen die er de kantjes van afloopt. Het gaat hem niet zozeer om een persoon die de macht heeft maar over een overkoepelende instelling zoals een parlement oid. Koen bekent dat hij het met de stelling eens is dat er een overkoepelende macht nodig is, maar hij brengt tegenargumenten in om de discussie op gang te houden. Zo stelt hij dat een overkoepelende macht niet altijd nodig is, kijk bijv naar de prehistorie. En de samenlevingen van tegenwoordig kunnen gemaakt of gebroken worden door de machthebbers, zoals we ook gezien hebben in de geschiedenis. Hij neemt als voorbeeld dat mensen van nature ook naar vooruitgang streven, kijk bijvoorbeeld naar de technologie en de industrie. Dit kan ook zonder overkoepelende instellingen teweeggebracht worden. Sander reageert op het laatste stukje van Koen door te stellen dat dit juist een voorbeeld van concurrerende mensen en dat kan verkeerd aflopen. Mensen die, ook tegenwoordig, eenmaal de macht hebben kunnen er moeilijk afstand van doen, pas dus op met wie de macht in handen krijgt. Lisa sluit de discussie af met een laatste bijdrage. Ze stelt dat mensen van nature graag de machtigste willen zijn en als voorbeeld noemt ze de miljonairs die het hardst klagen in tijden van crisis terwijl ze al zoveel hebben. Dit omdat ze bang zijn hun positie/macht te verliezen. Zoals Sander ook al zei, mensen concurreren in deze tijd anders. Niet met paarden en speren maar door elkaar uit te kopen oid. Ze blijft bij haar standpunt dat een land een overkoepelende instelling nodig heeft. Mits dit een gekozen instelling is en/of een die het beste met het land/volk voor heeft.